Zit ik later bij mijn eigen kinderen in de klas?

Klok, cijfers, discalculie.
Klok leren kijken.

De cijfers duizelen hem voor zijn ogen.

Die klok blijft een groot raadsel en welk cijfer moet nu voor als je 35 op moet schrijven.

Het rekenen het wil gewoon niet lukken!

 

Inmiddels is zijn zusje dat 3 klassen lager als hem zit hem al ingehaald wat betreft het rekenen en dat doet pijn.

Niet omdat zij het hem inwrijft, want dat doet ze niet.

Ze kan hem echt wel pesten, zoals broers en zussen dat bij elkaar kunnen maar op de een of andere manier is er wel een ongeschreven regel dat je, je broer of zus niet pest met iets wat écht pijn doet.

Als een onderwerp echt gevoelig is, dan steun je elkaar en zo komt het dat ze naast hem zit en hem met een engelengeduld uitlegt hoe laat het is.

Hij doet zijn uiterste best, heeft meer denkrimpels op zijn voorhoofd staan dan een gemiddelde bejaarde man.

Je ziet hem zwoegen en toch lukt het niet om het juiste antwoord te geven.

 

Ze buigt zich naar hem toe en fluistert het zachtjes in zijn oor.

Hij knikt maar zegt dan ook dat ze niet altijd bij hem zal zijn om het juiste antwoord te geven.

"Dan bedenken we daar wel wat op, nu gaan we samen knutselen".

 

Want knutselen dat is iets wat hij waanzinnig goed kan.

Net als sporten.

Helaas, beide dingen komen niet terug in een CITO.

10 minuten gesprek.

Moeite met rekenen.
Zit ik als ik 40 ben nog op de basisschool?

Het is de ochtend voor de 10 minuten gesprekken als we samen in de auto zitten.

Ik merk aan zijn gewiebel al dat er iets is.

"Mama, zit ik later met mijn eigen kinderen in de klas. Ben ik straks 40 en zit ik dan nog steeds op de basisschool?".

 

Ik garandeer hem dat, dat niet zal gebeuren maar hij is er niet gerust op.

We spreken af, het tijdens het gesprek aan de meester te vragen.

 

Hij showt mij vol trots zijn successen in zijn portfolio, want er is meer dan genoeg wat hij wel goed kan maar dan is het tijd voor de laatste vragen.

Hij kijkt vol verwachting de meester aan als ik zeg wat hij graag wilt weten.

Ook de meester verzekerd hem dat ook hij naar een middelbare school gaat.

 

Ondanks dat het een grote opluchting is voor hem dat er ook voor hem een middelbare school zal zijn, is hij in zichzelf gekeerd.

Die avond komt het hoge woord eruit "Als ik uit jouw buik kwam, kon ik dan net als Zinsy heel makkelijk leren en naar het VWO?".

De tranen springen hem in de ogen.

"Nee, schat zo simpel ligt het niet. Kyana heeft de MAVO gedaan en vond dat vreselijk maar nu op het MBO vind ze leren veel leuker. Iedereen heeft een andere manier waarop hij of zij leert. Iedereen is weer ergens anders goed in".

Dan komt Zinsy er aan lopen. 

"Josh, leren is maar 1 ding. Wat je er later mee kan is iets heel anders en weet je, in kunnen ligt jouw kracht. Ik heb epilepsie en kan daardoor bepaalde dingen niet. Leren kan ik toevallig wel. Jij vind leren moeilijk maar kan zo veel andere dingen".

Enigszins gesterkt door haar woorden gaat hij verder met zijn tekening.

Dan kruipt de kleinste van het stel naast hem en spreekt de glasheldere woorden "Je bent niet dom, want dat ben je pas als je jezelf dom vind en dat vind je toch niet? Ik vind je de coolste broer die er is".

Zijn woorden veroorzaken een lach van oor tot oor.

Soms zijn het de kleintjes die ons laten beseffen hoe het echt zit.

Reactie schrijven

Commentaren: 0